Ontploffing

Er zijn wel eens momenten dat ik zoveel van binnen voel, dat ik ontplof. De precieze aanleiding weet ik vaak niet eens. Wat ik dan denk weet ik ook niet. Ik denk eigenlijk niet dat ik dan kan denken. Praten ook niet. Woorden lijken verstopt onder die deken van emoties. Emoties die er ineens zijn. Zonder dat ik het doorheb, zijn ze er.

Toch weet ik ook wel dat ze er zijn. Mijn lijf weet dat ze er zijn. Ik voel druk in mijn lijf. Soms loop ik er letterlijk en figuurlijk van op mijn tenen. Het kost me veel energie. Aan het einde van de dag -vaak zelfs al in de middag- ben ik op. Ik ben moe. Maar mezelf stoppen kan ik niet. Ik ga door. Ik doe dan ook dingen die ik niet wil doen. Iedereen in mijn buurt ga ik vervelen. Ik lok reacties uit. Voor de aandacht of voor… Ja, waarvoor eigenlijk? Ik weet het ook niet. Ik word in ieder geval drukker. En soms juist stiller, maar van binnen voel ik hetzelfde: veel!

En als dan dat moment komt, dat er ‘iets’ gebeurt, is daar die ontploffing. Aan de ene kant vind ik het echt niet fijn omdat ik dan niet meer kan denken. Ik doe dingen die ik niet in de hand heb. Aan de andere kant lucht het op. In ieder geval voor eventjes. Voor eventjes loop ik dan niet meer op mijn tenen. Voor eventjes voel ik niet meer die druk in mijn lijf. Voor eventjes…

Maar dan wordt mama boos en zet mij in de gang. De deur gaat dicht en ik ben alleen. Ik voel me ook alleen. Ik heb weer iets gedaan wat niet de bedoeling is. Alwéér… Ik kan ook niks goed doen. Stommerd dat ik ben! Ik ben boos, boos op mezelf. Ook ben ik in de war. Ik wil het niet en toch gebeurt het. Het overkomt me. Ik moet nu rustig zien te worden. Ik tik met mijn hand op de traptree. Daar kalmeer ik wel wat van. Ik wil niemand pijn doen. Waarom doe ik dat dan? Mama vraagt zich dat ook vast af. Ik voel me boos worden op mezelf.

Dan gaat de deur open. Mama, ik wil een knuffel!… Maar mama geeft geen knuffel, ze praat tegen me. Ze zegt dat ik me echt moet gaan leren inhouden en dat het niet leuk is wat ik doe. Zie je wel, zij vindt ook dat ik niks goed doe. Dan zal het wel zeker zo zijn. Ik wil haar dan ook niet aankijken; dat vind ik moeilijk en confronterend. Ik weet wel dat het niet goed is wat ik doe, maar ik weet niet hoe het anders moet.

Lieve mama, help me alsjeblieft. Als ik zo ontplof, begrijp dan dat ik het niet expres doe. Ik wil graag leren wat ik allemaal voel. Ik wil je graag laten zien wat ik voel en je erover vertellen. Ik wil jou. Ik wil jouw aandacht, lieve mama. Ik heb je nodig. Ik denk dat je me niet zo leuk vindt als mijn broertje. Is dat ook zo?… Ik zou graag eens wat met jou alleen doen. Gewoon samen zijn, jij en ik.

Als ik dan een keertje boos word, zet me dan niet apart. Je hoeft me niet te vertellen dat het niet oké is wat ik doe, want dat weet ik. Maar blijf bij me in de buurt, lieve mama. Anders voel ik me nog eenzamer. Zeg me dat je ziet dat het me teveel wordt. Zeg me wat je me hebt zien doen en zeg dat je ziet dat het niet mijn bedoeling was om iemand te kwetsen of pijn te doen. Vertel me wat je van me verwacht. Vertel me ook wat het met jou doet, mama. En geef woorden aan wat ik voel. Zo leer ik dit ook en kan ik erover gaan praten. Dan hoef ik niet meer zo boos te worden. Want dat wil ik eigenlijk niet, mama. Ik wil ook dat die momenten er niet meer zijn. En het zal niet meteen goed gaan. Het kost tijd, maar heb vertrouwen. Leer het me en neem me mee. Jij kunt dit, ik kan dit, wij kunnen dit.

En geef woorden aan wat ik voel. Zo leer ik dit ook en kan ik erover gaan praten. Dan hoef ik niet meer zo boos te worden.